Omdat er naar verwachting zo weinig overblijft van het Kruiswegse bos (eerste zorgpunt), lijkt het te overwegen die paar elementen die gespaard moeten worden, extra duidelijjk te markeren (verf of lint)  De eerder gebruikte methode lijkt niet geheel waterdicht namelijk, ook gezien in wisselende mate gekapte blauw gemarkeerde bomen. 

 

Eind augustus verschijnen berichten van deskundigen (Wageningse en Bomenstichting Achterhoek) dat de rigoureuze kap vanuit ziekteoogpunt niet nodig is; er kan meer behouden worden dan eerst gedacht. Of dat consequenties heeft voor de rigoureuze aanpak, is moeilijk te beoordelen gezien voor en nadelen van een andere aanpak. 

 

Een ander aspect van de kap is welke bomen aangemerkt worden om te kappen en te sparen. Wij denken graag mee en hebben het bos gescand op elementen die naar ons oordeel waardevol zijn. Naast de randen die overal het behouden waard zijn, zijn bij de ingang bji de Marneweg 2 plukjes bos, (vrijwel?) geheel zonder essen en ca. 15 populieren lans het pad daar. In het zuidvak zijn zo'n 25 elementen (bomen of struikgroepen) waardevol. Hiervan willen we ook een foto op de site gaan zetten. De ondergroei langs de noordrand van het noordblok is 6+ meter hoog en ook wellicht te sparen. Daarmee willen we niet de taak van de boswachters overnemen, zij zijn hier deskundig in, maar nu kunnen zij al bij aanvang vernemen wat omwonenden waardevol vinden. Daarnaast heeft SBB een eigen visie terwijl omwonenden het bos wellicht vanuit een ander gebruiksdoel en met een andere tijdsperspectief beleven. Hierover is het zinvol te communiceren. Vier kaartjes van het bos met ons inziens waardevolle elementen staan op de laatste pagina.

 

Van het tweede zorgpunt, dat veel in het kapvak is platgereden is een oplossing moeilijk te beoordelen. In ieder geval lijkt het extra aan te bevelen groepen die gespaard moeten worden, met een lint te omspannen.

 

Over het derde zorgpunt bestaat nog behoefte aan communicatie. Een directe aanplant van zo groot mogelijke bomen lijkt voor omwonenden/gebruikers het meest wenselijk.

 

Als het bos na het kappen vol ligt met kuilen (vierde zorgpunt) gaan deze niet spontaan weg. De bodem hier is slempgevoelig en neigt niet tot spontaan vervlakken en zodoende zullen deze kuilen nog jarenlang (in natte seizoenen) met water gevuld kunnen blijven. Stilstaande poelen zonder vissen leiden tot een muskietenplaag. Naast de beten die op zich al vervelend zijn, kunnen ze ziektes overbrengen. Met de doorgaande opwarming breiden zich nu al mugovergedragen ziektes  noordwaarts over Europa uit en dat die ziektes in ons dorp een gespreid bedje aantreffen, daar zit niemand op te wachten. De enige remedie is geen kuilen te maken of de kuilen dichtmaken naderhand.  

Wie denkt dat dit wel los zal lopen, bedenke dat vroeger malaria in kuststreken een vaak voorkomende ziekte was en het laatste geval van (in Nederland opgelopen) malaria nog in 1959 was. Malaria zal zich niet snel weer voordoen maar er zijn andere muskieten en andere kandidaat-ziektes die naar het noorden oprukken. Zo is de Aziatische tijgermug (een bekende overbrenger van ziektes) in 2017 op meerdere plekken in Nederland actief, waaronder in Assen, op 45 km van Kruisweg. De trend van de laatste tijd om meer natte natuur aan te leggen kreeg dan ook al kritiek vanuit gezondheidskringen.

Daar komt bij dat in Kruisweg het bos binnen de bebouwde kom ligt op een korte afstand van vele woningen.

SBB heeft het terrein in vlakke staat in gebruik genomen, de eerste de beste houtoogst moet geen minimoeras binnen de bebouwde kom opleveren.

 

 

De gedachte de omwonenden te raadplegen voor inspraak in de fase na de kap, kan het best via of in samenwerking met Dorpsbelangen gebeuren.

.